maandag 30 januari 2012

De evaluatie

Heerlijk een hele dag niks doen; lang gedoucht om vier weken stof af te spoelen, lekker ontbeten, beetje de auto opgeruimd, wat gekletst en een lekkere lunch genoten. Het enige actieve wat we vandaag gedaan hebben is een wandeling bovenop de Tafelberg. Wederom een aanrader (zie 'de boete en de beloning'), maar ditmaal 14.400 kilometer rijden. Prachtig uitzicht over de stad en een indrukwekkend stuk steen. Lekker temperatuurtje, niet te warm en een fris windje. In Nederland schijnt het wat kouder te zijn.

Terug kijkend op de rally moet ik constateren dat het - voor mij - eigenlijk drie evenementen waren. Als eerste de Europese/Arabische rally, de rally waar de kwaliteiten van de BMW en de stuurmanskunsten van Renger goed uit de verf kwamen. Leuke snelle World Cup secties en prima resultaten. Schitterende etappes in Griekenland en het zand van Egypte waren de hoogte punten. Ik genoot volop van ons succes, maar besefte ook wel dat ons Waterloo nog zou komen.

Het tweede evenement kenmerkte zich door de verplichte pitstops; het Waterloo in Ethiopië en op de weg naar Mars. Weinig slaap, veel onzekerheden en de twijfel over de haalbaarheid van Kaapstad. Toch ook een periode van overwinning en gastvrijheid. De 'vakantie' in Mota was een overgetelijke ervaring en ook de manier waarop wij Nairobi beleefd hebben is een mooie herinnering, met dank aan onze vrienden uit Marsabit en van de BMW dealer.

Als laatste het cruisen door zuidelijk Afrika. De klapband in de Caprivi-strip (Namibië) maakte duidelijk dat de competitie over was en inmiddels hadden we - door de verplichte pitstops - al zoveel straftijd opgelopen dat we de toeristische aanpak kozen. Hoogtepunt was natuurlijk het bezoek aan de Victoria watervallen; ongelooflijk mooi (en nat). Het toeristische evenement werd afgesloten met twee dagen serieus rally rijden, het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan ...

Zou ik dit nog een keer doen? Wel ... nu even niet, maar ik ga met plezier weer rally rijden (de Tulpenrallye komt er aan in mei), ik zou graag nog eens door Afrika willen reizen (Ethiopië en Zambia zijn mijn favorieten) en zou het niet erg vinden om nog eens over de gravelwegen van Namibië te scheuren. Maar dan wel met een 'echte' rallywagen en geen kreupel BMWtje. Toch ben ik van onze BMW gaan houden, het was mijn huis de afgelopen maand. Maar morgen weer naar mijn echte huis!

zondag 29 januari 2012

De finish

We hebben het gehaald! WE HEBBEN HET GEHAALD! Na nog twee enerverende World Cup secties en 320 kilometer zijn we aangekomen in Kaapstad. Het oude BMWtje heeft ons van Londen naar Kaapstad gebracht. Weliswaar hadden we twee verplichte pitstops nodig, één in het onmetelijke kleine Mota en één bij de BMW dealer te Nairobi, maar we hebben het gered.

Ook de meeste andere deelnemers hebben het gered. Een Triumph bleef al in de eerste uren steken in Engeland (wat een drama), de Morgan brak in Griekenland, de rode Porsche vloog in brand net buiten Nairobi en de Australische Mercedes bleek niet meer (op tijd) te repareren in Windhoek. De overige 40 deelnemers hebben het gehaald.


Wie het wagenpark bekijkt hier bij de finish ziet al snel dat het geen makelijk ritje was; de auto's zijn gebutst, door de vering gezakt, maken afschuwelijk lawaai en worden met tyraps en spanbanden bijeen gehouden. Ook zijn er deelnemers die maar liefs 14 banden hebben verbruikt. Maar we hebben het gehaald!

In Kaapstad werden we ontvangen door de Nederlandse consul, die al snel door had dat we behoefte hadden aan bier. Dat bier kregen we in ruil voor wat foto's voor de Facebook pagina van de Nederlandse ambassade in Zuid-Afrika. Tevens werd het een goede gelegenheid om de eerste (sterke?) verhalen te vertellen.


Vanavond feest en de prijsuitreiking, morgen een dagje niks (hopelijk) en dan naar huis! Huis, Renee, de kinderen, de hond en mijn eigen bed. Maar WE HEBBEN HET GEHAALD!



zaterdag 28 januari 2012

De koorts

Gisteren was er spraken van een lichte verhoging, vandaag was er koorts. De buitentemperaturen stegen tot 40 graden Celcius en wij hadden de rally koorts.

De eerste World Cup sectie was op gravel en was de korste route naar het asfalt, dus konden we hem net zo goed rijden. We hadden er veel plezier in, dus besloten we ook de tweede World Cup sectie competitief te rijden. Dat viel niet mee en werd een 70 kilometer lange lijdensweg voor de auto. Veel gehobbel en gestuiter.

Toch hebben we ook de derde World Cup sectie gereden en daarmee veel tijdwinst gepakt op de equipes die wederom (net als wij de afgelopen dagen) direct over asfalt naar het volgende hotel reden. Door onze klassering moesten we als één van de laatste starten, dus lang wachten voor we eindelijk mochten gaan.

Onderweg nog de banden gewisseld en een probleempje met de achterklep (wou niet meer dichtblijven) aangepakt. Dit in combinatie met de World Cup secties maakte het een echte spannende rally dag. Ik heb ervan genoten en het is beter dan gewoon over ellelange wegen naar het volgende hotel rijden.

Onze favoriete auto, de Subaru, heeft vandaag de leiding gepakt in het klassement en heeft nu een voorsprong van 3 seconden. Het blijft dus spannend tot op het laatste moment. Wie weet worden wij nog 'beste Nederlandse deelnemer', al heb ik deze prijs zelf verzonnen om de eer te redden.

Zuid Afrika is net als Namibië, droog, dor en zanderig, althans het gedeelte waar we nu zijn. Al werd het de laatste kilometers iets groener. We zullen zien hoe het zich morgen - de laatste dag van de rally - zich ontwikkeld. En ... gaan we het halen?



vrijdag 27 januari 2012

De hitte

Er was vandaag sprake van een lichte verhoging. Met buitentemperaturen van 37,5 á 38,5 graden spreekt men van een 'lichte verhoging' en niet van 'koorts'. Ons jaren 80 aircootje moest flink werken en bracht wel wat verfrissing, maar helemaal 'cool' bleven we niet. Hier in Ai-Ais, gelegen in een canyon, is het helemaal heet en men heeft een spa met warm(!) water. Het is te heet om de canyon eens goed te bekijken, misschien vanavond als de zon onder gaat.

We hebben dwars door de Namibische woestijn gereden, nauwelijks begroeing, hier en daar een struik en wat geel gras. Veel stenen en af en toe een berg. Wel een paar apen gezien, ik had ze in dit landschap niet verwacht. De laatste 70 kilometer was een gravel weg, een prima weg, zo glad als asfalt, met hier en daar wat wasbord. Dit gaf weer een beetje rally gevoel; ik mis het toch wel de competitie. Het laatste stuk had nog het meest weg van een maanlandschap (maar niet zo erg als de weg naar Mars). Voor de rest wederom veel ellelange lege wegen gezien. Wel weer gezellig koffie gedronken in een onmetelijk klein dorp en bij de Wimpy's geluncht.

Onderweg kreeg ik een telefoontje van school over Mara. Toen men vroeg of het uitkwam, vertelde ik dat ik door de woestijn in Namibië reed. Eerst wat verbazing, toen begreep men wel dat dat niet de juiste plek is voor een gesprek. Ik was ook verbaasd dat ik überhaupt ontvangst had, maar de mobiele telefoon is ook alom aanwezig in Afrika, zelfs in de armste landen (en er wordt - net als elders in de wereld - eindeloos mee geluld). Ik ben wel benieuwd wat men te bespreken had, maar dat hoor ik wel van Renee.

Eén wijze les heb ik in Afrika geleerd; wij hebben horloges, zij hebben de tijd! Efficiëntie en haast zijn typische westerse bezigheden en als je te gast bent in Afrika zul je je toch moeten aanpassen. Da's wennen en soms conflicterend met rallyrijden, maar er is geen keus.

Nog twee dagen, het eind komt in zicht!

donderdag 26 januari 2012

De vakantiedag

Vandaag nog maar een vakantiedag genomen. Wel zo'n 450 kilometer voorzichtigjes gecruised (om de banden te sparen) naar Windhoek. Geen World Cup secties vandaag voor ons, net als voor de andere Nederlandse teams. We hebben lekker geluncht in een leuke uitspanning en precies op dat moment kwamen we onze Nederlandse rallyvrienden tegen, werd het ook nog gezellig.

Onderweg met veel plezier naar de Afrikaanse radio geluisterd, met een beetje moeite is het prima te verstaan en de uitdrukkingen die gebruikt worden zijn voor ons Hollanders soms uitermate vermakelijk. Het landschap veranderde wederom nauwelijks en de wegen waren voornamelijk weer recht en leeg. Toch is Namibië een mooi land, het is niet te vergelijken met donker Afrika; het is netjes, groen en leeg. Ook zijn er gewoon keurige stenen gebouwen, herkenbare winkels en de lemen hutjes ontbreken. Er zijn volop verkeersborden en straatnaamborden, iets wat we lang niet gezien hebben.

Het wagenpark is ook beduidend anders. In de rest van Afrika wordt mobiliteit verzorgt door de Toyota Landcruiser; ooit het domein van de Landrover, maar thans lijkt het wel het enige merk ter wereld. In Namibië is er meer diversiteit, niet alleen de Japanners (Mitsibushi, Isuzu, Nissan) zijn ruimer vertegenwoordigd, maar ook Europese - vooral Duitse - merken zijn ruim aanwezig. Het stikt hier van keurige Volkswagen Golfjes van het eerste type. Zal wel iets met het Duitse verleden van Namibië te maken hebben.

De mens en machine maken het goed. De slijtage van de banden - door de kromme achterpoten - houden we in de gaten, maar Kaapstad is haalbaar. Ook hebben we de afgesleten band van het reservewiel laten omdraaien, zodat we nog volop de andere kant kunnen afslijten. Mijn verkoudheid wordt met de dag minder, dus ook daar halen we Kaapstad wel mee!


woensdag 25 januari 2012

De band, onweer en de olifant

Vandaag was een lange zit, de langste etappe van de rally; 1050 kilometer. De wegen waren lang en recht en het landschap veranderde nauwelijks, de australiërs uit de rally moeten zich thuis gevoeld hebben. De enige afleiding waren de regenbuien, kort en hevig. Bij de laatste bui donderde en bliksemde het heftig. Het werd ook helemaal donker. Gelukkig brachten de regenbuien wat verkoeling en er vielen wat druppels door het open dak in mijn nek; lekker waterkoeling.

Ook leuk was de kudde olifanten die we vlak langs de weg zagen. We hadden al diverse verkeersborden (ja, verkeersborden in Afrika; Namibië lijkt een tamelijk geciviliseerd land) gezien die waarschuwden voor overstekende olifanten. We stopten om foto's te maken, maar natuurlijk waren juist op dat moment de batterijen leeg. Gelukkig heb ik nog een paar foto's kunnen maken. Het was een heel gezin en ze leken wel diep zwart.

Minder plezierig was het feit dat we ontdekte dat de 'nieuwe' (tweedehandsjes) achterpoten van de auto tamelijk krom zijn, waardoor de banden aan de binnenkant nogal afslijten. Eén band raakte lek en moest verwisseld worden. We hebben de bandenspanning verhoogd en gaan mogelijk de voor- met de achterwielen wisselen en hopen zo toch nog Kaapstad te halen. Wel hebben we besloten om de World Cup secties van morgen over te slaan, we zijn bang dat het ge-race over de gravelwegen fataal gaat worden voor de achterpoten en dan hebben we nog meer ellende. Ik moet nog wel wennen aan het feit dat we niet meer meedoen (en morgen nog veel meer strafpunten gaan oplopen), maar het is de juiste beslissing.

De finish komt in zicht en dat is maar goed ook, mens en machine zijn er aan toe!

dinsdag 24 januari 2012

De boete en de beloning

Vanochtend vroeg gestart, er was geen dwingend tijdschema en we wilden graag snel in Livingstone zijn. De weg was goed en we vraten de 500 kilometers. De plaatselijke politie was minder enthousiast over onze inhaalactie over doorgetrokken streep. En omdat men in Zambia links rijdt en niet door had dat het stuur bij ons aan de andere kant zit, moest ik me verantwoorden bij de baas. De baas zat in een busje aan de kant van de weg en gaf me een preek en een prent van tweehonderzeventigduizend kwacha's. Toch knap dat ik als passagier een boete heb gekregen voor 'dangerous driving'.

De beloning was Livingstone; de Victoria-watervallen zijn adembenemend en je wordt er zeiknat van, maar dat had ik graag voor over. Het water dondert over grote breedte in een diepe kloof, waarbij het huizenhoog opspat. Het opspattende water veroorzaakt een permanente regen. En het is zo mooi!

Ook hebben we de Zambesi-rivier en de Victoria-watervallen van boven bekeken, middels een helicoptervlucht. Fantastisch! Laag scheerden we over het water en het land, met een prachtig uizicht op de dorpjes, de rivier en natuurlijk het geweld van het vallende water. Ook kon je mooi zien hoe de diepe koof, waar het water invalt, kronkelt door het landschap. Een aanrader voor iedereen (het is wel ruim 10.000 kilometer rijden).

Bij terugkomst in het luxe hotel zagen we zebra's lopen in het park. We zijn nog even op safari geweest om plaatjes te schieten. Door goed speuren en een tip van de bewaker lukte het me om tot 5 meter afstand te komen en om prachtige foto's te maken. Een safari in de tuin van het hotel!

Tenslotte heb ik zojuist nog een kleine bijdrage geleverd aan het African Revival project. Eén van de rally-equipes wilde laptops overhandigen aan een school, maar helaas had het transport vertraging opgelopen. Voor het foto-moment heb ik - met veel plezier - mijn laptop uitgeleend. Hopelijk komen de laptops morgen echt, want de kids hebben ze nodig.


maandag 23 januari 2012

De prachtige rit

De afgelopen dagen was een prachtige rit door Tanzania en Zambia. De natuur is schitterend, mooi groen, bergen op de achtergrond en overal de altijd kleurrijke mensen. Zambia is niet zo dichtbevolkt als Tanzania, maar al het leven speelt zich af langs de weg, overal zie je mensen. Meestal enthousiast. 'Wildlife' lijkt te ontbreken in Zambia. In Tanzania zagen we volop apen en ezels (wilde, niet voor een karretje zoals in Ethiopië), anderen hebben zelfs giraffes en olifanten gezien, maar in Zambia zagen we, behalve de homo sapiëns, niets; zelfs geen dode dieren.

Wel volop aanwezig in Zambia waren de gestrandde vrachtwagens, sommige fataal, andere in reparatie. Blijkbaar mist men regelmatig een bocht of valt men in de berm. Het aantal vrachtwagens met pech overtrof - met ruime mate - het aantal rijdende trucks. De auto's in fatale staat zijn meestal vakkundig geplunderd, de overige worden ter plekke gerepareerd. Gewoon met het handje.

De grens was complete chaos, zo erg hadden we nog niet meegemaakt. Alleen bij de grens komen was al een uitdaging; de lange rijen vrachtauto's blokkeerden de toegang, de auto's moesten via de zandpaden proberen de grensgebouwen te bereiken. Vervolgens met behulp van de ellebogen een stempel bemachtigen en de boel herhalen aan de Zambiaanse kant van de grens. Waarom men geen enkele behoefte heeft dit enigszinds te organiseren is mij een raadsel. Uiteindelijk hebben we alle benodigde stempels verkregen, maar niemand controleert of je daadwerkelijk de stempels hebt. Je kan net zo goed gewoon doorrijden (als er geen vrachtauto's in de weg stonden).

Sinds lange tijd weer gewoon op tijd gestart en op tijd gefinished, ik was het bijna niet meer gewend. Vandaag ook weer een World Cup sectie gedaan, maar ik merkte dat de vrees er nog in zit, echt hard gingen we niet. Niet dat dat van belang is, want door allerlei extra straffen (wegens transport met truck en wegens driemaal niet op tijd starten) staan we nu ergens in de onderste regionen van het klassement. Van onze trotse derde plek is niets meer over. Geeft niks, ik ben allang blij dat Kaapstad halen nog steeds een optie is, een optie die ik in Nairobi niet altijd meer zag zitten.

Om de één of andere reden ben ik verkouden geworden, terwijl het hier zomer is en lekker weer (niet te warm, lekker bewolkt en enorme donderbuien vanacht). Mijn neus zit vol snot en ik voel me al drie dagen niet geweldig, Ik hoop dat het snel overgaat, gelukkig smaakt het (gratis) bier nog steeds!
 

zaterdag 21 januari 2012

De wederopstanding

De BMW M535i is uit de as herrezen. Hij zal nooit helemaal meer de oude worden, ooit was het een gaaf exemplaar dat sinds de jaren 80 vier in het leven stond. Thans is hij gedeukt, gebutst en verwrongen, maar met een nieuwe carterpan en een geheel vernieuwde achterwielophanging is hij klaar voor her restant van de reis vaan Kaapstad. We hebben zelfs - dankzij Mitsubishi - een nieuwe carterbescherming.

Om 11:21 vertrokken we vanaf de BMW dealer nadat we uitgebreidt afscheid hadden genomen; van onze monteurs, van de bewaker, van de general manager en van de beeldschone receptioniste. We voelden ons, na twee-en-een-halve dag, helemaal thuis en een volwaardig onderdeel van de BMW familie. Toch waren we super blij dat we weer konden rijden, eindelijk weer rally rijden. En met een achterstand van anderhalve dag was alles nog mogelijk. Gelukkig was de etappe van gisteren een korte en viel er ook nog wat af te snijden, dus hopelijk konden we ons weer snel bij de rallykaravaan aansluiten.

Even kreeg ik de schik van mij leven. In Afrika is men gek op speed-bumps (speed-jumps?), op zich niks mis mee, maar je ziet ze niet. Geen bordje, geen gele verf, gewoon een fikse bobbel in het asfalt. Net na de grens, in Tanzania, op een gloednieuw stuk asfalt lag daar een speed-bump zo hoog als de Kilimanjaro en we zagen hem te laat. We werden volledig gelanceerd en de uit de as herrezen BMW kwam met vier wielen los van de grond, om daarna een prachtige landing te maken. Niet goed voor je hart als je net twee-en-een-halve dag aan de auto hebt liggen sleutelen. Renger bleef cool en deelde doodleuk mee dat de auto daar wel tegen kon.

Tanzania is een prachtig land, het lijkt de beschaafde uitvoering van Kenia. De auto's zijn heel, er zijn zebra-paden en verkeersborden en de mensen lijken nog kleuriger gekleed (of hebben een beter wasmiddel). Ook het landschap is prachtig, allen de Kilimanjaro zelf had zich after de worlken verstopt. De wegen die wij bereden waren zeer goed, maar wij hebben dan ook gekozen om de uitsluitend-over-asfalt route te volgen. Een goede keuze, want terwijl we op weg waren kregen we van de organisatie te horen dat de oorspronkelijke route wegens regen en modder voor tweewiel aangedreven auto's niet te rijden was.

Uiteindelijk werd het toch een lange zit, maar we zijn in Morogoro aangekomen. De halve rallykaravaan zit hier, de andere helft zien we morgen. Met andere woorden, we zijn weer bij (en blij)!


donderdag 19 januari 2012

De alles of niets dag

Na een goed maal, een show van afrikaanse dansers en een volledige nacht rust in een prachtig hotel, bespraken we vanochtend aan de ontbijttafel (lekker buiten) de opties voor de rest van de reis. Vandaag zou cruciaal worden; als we nieuwe achterpoten zouden kunnen krijgen dan zouden we vandaag of eventueel morgen kunnen vertrekken. Een achterstand van één dag valt in te halen, dat hebben we eerder laten zien. Mochten we geen nieuwe achterpoten kunnen vinden in Nairobi, dan moeten we ze laten opsturen vanuit Nederland en wordt het na het weekend voordat we kunnen vertrekken. We praten dan over een achterstand van vier tot vijf dagen, een onmogelijk opgaaf.

Maar eerst hadden we een andere missie; geld. Een mens heeft nou eenmaal cash geld nodig en dat valt niet zo eenvoudig te regelen vanuit Kenia. Als gevolg van de diverse sleep- en transportacties waren we aardig door onze dollars heen. Via wat banken, wat geldmachines, wat wisselkantoren en een bezoekje aan het internationale vliegveld konden we onze geldvoorraad weer voldoende aanvullen. Daarbij hebben we dankbaar gebruik gemaakt van onze bevriende taxichauffeur (Mr. CEO) en zijn vriend.

Bij de BMW dealer aangekomen bleek er weer licht aan de horizon; de kapotte carterpan was verwijderd, een nieuwe pakking was besteld en men had nieuwe achterpoten op de kop kunnnen tikken! WAUW! De pakking zou ieder moment kunnen komen en voor de achterpoten was het mij niet helemaal duidelijk of ze gehaald of gebracht zouden worden. 'Ieder moment' duurt best lang in Afrika en ook 'halen of brengen' is weer zo'n typische westers detail, maar uiteindelijk arriveerden de onderdelen en begon de holy quest om de boel weer in elkaar te krijgen.

Langzaam begonnen we weer te denken aan de rally, ik heb de kaarten te voorschijn gehaald en bekeken hoe, waar en wanneer we de rallycaravaan weer in zouden kunnen halen. Wat SMSjes gestuurd om te onderzoeken of de grens de gehele nacht open is en de 'alleen-over-asfalt' route, die de organisatie als alternatief heeft aangeboden, onderzocht. Misschien nog wat voorbarig, maar verstandiger dan mij aan de auto te laten sleutelen, laat Renger en de Keniaanse monteurs dat maar doen. Kijk ik ondertussen wel naar de beeldschone en charmante receptioniste.

De carterpan is gemonteerd, kleine euvels zijn verholpen en er is goede voortgang geboekt met de achterpoten. Helaas hebben we het vandaag niet af kunnen maken, morgen gaan we verder. De wil was er, maar helaas ontbrak het - zoals we vaker hebben gezien in Afrika - aan efficiëntie en slagvaardigheid. Alles of niets en het werd ... best veel!

woensdag 18 januari 2012

De BMW dealer

Om 08:00 uur vertrekken we weer richting BMW dealer met wéér een andere chauffeur. Even is het zoeken, maar dankzij de GPS en wat belletjes vinden we de BMW dealer.

Warm worden we onthaald, de directeur is zelf een racer en wil natuurlijk graag de BMW's rijdend in de rally zien. Ook de collega rallyrijders met de BMW X5 treffen we hier aan. Maar eerst wacht ons nog de uitdaging van het uitladen van de auto uit de vrachtwagen. Het moge duidelijk zijn dat we niet met een auto-ambulance zijn gekomen, maar een Mitsubishi vrachtwagen, waar normaal geiten, goederen en mensen in vervoerd worden. Met een hoop gedoe lukt het tenslotte en kunnen we afscheid nemen van onze Keniaanse transporteurs.

De spirit is goed bij de BMW dealer, het doel is om de auto vandaag weer rijdend te krijgen. De activiteiten zijn typische afrikaans; er gebeurt eigenlijk niets. Uiteindelijk beginnen we maar zelf, we halen de achterveer poten uit elkaar en halen zelf de carterpan op bij het vliegveld. Plotsklap duiken nieuwe schokbrekers op en beginnen de monteurs zich ermee te bemoeien.

Even zaten we in een positieve flow, maar dan komt de tegenslag; de achterpoten van de auto zijn door de sleepactie zo krom dat verder rijden niet mogelijk is. Ook besteed Renger eindeloos veel tijd aan wachten terwijl hij een nieuwe carterbescherming probeert te regelen. En tenslotte lopen we uit de tijd.

Na nachten van niet en nauwelijks slapen druipen we af naar ons hotel. De monteurs gaan nog even door, morgen zullen we wel de resultaten zien. Hopelijk kunnen we morgen nieuwe achterpoten vinden, dan kunnen we onze reis vervolgen, maar misschien moeten we onze meerdere erkennen in de krachten van Afrika. Krachten ontketend door het wegdek!

dinsdag 17 januari 2012

De reis naar Nairobi

Een lekke olie carter en een  kapotte achterwielophanging maakt het onmogelijk om op eigen kracht naar Nairobi te reizen. Gelukkig hebben we al een nieuwe carterpan laten opsturen (hiep hiep hoera voor de satelliet-telefoon; vanaf de savanne in Afrika een carterpan bestellen!) en contact gezocht met de BMW dealer ter plaatse.

We besluiten een vrachtauto in te huren om ons naar Nairobi te brengen. De vrachtauto is zo geregeld, de prijs bepaald, maar komt natuurlijk nooit opdagen. Ook het mannetje via wie we het geregeld hebben is volledig zoek. gelukkig komt een andere Keniaan zijn diensten aanbieden. En zowaar, anderhalfuur later staat onze auto in de vrachtauto en dan begint het grote wachten. Waarop weet niemand, men moet nog naar de bank, even eten en weet ik veel.

Na vele uren komt er plotsklap een andere chauffeur opdagen en vertrekken we. Ook een lege truck gaat mee, want collega rallyrijders Martin en Jose staan met pech 100 kilometer verderop. Als een ware Jan de Rooij stuur de chauffeur onze vrachtwagen over één van de slechtste wegen van Afrika (en waarschijnlijk heel de wereld). Fantastisch om te zien, maar dodelijk voor onze auto. De spanbanden waarmee de auto vast staat breken binnen 10 kilometer en de rest van de rit danst de auto achterin de bak. Zo wordt een prachtige BMW binnen twee dagen omgetoverd tot een wrak en we betalen er ook nog voor.

's Nachts om drie uur arriveren we in Nairobi, de vrachtwagen wordt geparkeerd om een bewaakte stalling en wij duiken het dichtsbijzijnde hotelletje in voor een paar uur slaap. Ergens las ik dat Nairobi een kosmopolitische stad is, maar dat deel hebben we zeker niet gezien; vies, oud, vuil en kapot. Het maakt me niet meer uit, ik wil slapen!


maandag 16 januari 2012

De weg naar Mars

De zwaarste etappe van de rally en de grootste beproeving voor de auto; de weg naar Mars(abit). Een weg zo slecht dat hij eigenlijk verboden moet worden voor 'gewone' auto's, vol met stenen van vulkanische herkomst door een typische Keniaans savanne landschap. Toch stond hij voor ons op het programma. Met een gemiddelde van 30 kilometer per uur kropen wij over de weg. Voorzichtig omspringend met de auto, want we wilden ten kostte van alles de finish halen voor een lekker maal en een goede nacht slaap.

Links en rechts zagen we deelnemers aan de kant van de weg staan, sleutelend om hun materieel rijdend te houden. Ook wij deze onze uiterste best om alle stenen te ontwijken; tevergeefs, de derde steen van de reis werd ons fataal. Wederom een gat in de carter en wederom gestrand. Ditmaal waren er geen dorpjes in de buurt, maar zaten we letterlijk in de middle of nowhere; het wordt niet voor niets de weg naar Mars genoemd.

Via de satelliet-telefoon om assistentie gevraagd en via moeizame verbindingen kregen we bericht dat de organisatie ervoor zou zorgen dat alle gestrande deelnemers opgepikt zouden worden. Gelukkig hadden we voldoende water, voedsel, een tent en slaapzakken. Verbazingwekkend is dat er regelmatig uit het niets iemand kwam kijken, helaas was het erg lastig met deze mensen te communiceren. Toen het eenmaal donker werd besloten werd tent op te zetten en een potje te koken. We begonnen al te twijfelen of de 'redding' nog vandaag zou arriveren; eerst maar eens een goede nacht slapen.

We lagen nog maar net in onze tent toen we verrast werden door drie Kenianen in een Toyota Landcruiser die zich aankondigden als onze 'rescue-crew'. Wat begon met een moment van euforie veranderde langzaam in een totale nachtmerrie. Met veel gehannis werd onze auto achter de Toyota gebonden (waarbij de eerste schade werd aangedaan), vervolgens werden we veel te snel over alle stenen en hobbels getrokken, waarbij nog meer schade werd aangericht. Toen kreeg de Toyoya nog een lekke band en besloot de bestuurder (bijna) een ravijn in te sturen.

Na vele uren slepen arriveerden we diep in de nacht in het rally-kampement, met een half verwoestte auto. Ik had inmiddels twee nachten nauwelijks geslapen en 1500 kilometer afgelegd over de meest verschrikkelijke wegen; ik zat er helemaal doorheen. Ik kreeg nog een bakje soep en dook mijn tent in, waarna de luiken volledig dicht gingen.

zondag 15 januari 2012

De inhaal etappe

We zitten weer in de race dankzij een onmogelijke inhaal etappe. Het begon 's ochtends vroeg om 04:30 met de wekker, vervolgens een vier-en-een-half uur durende busrit en natuurlijk weer een lekke band. Schuddend, hobbelend en stofhappend, maar ook de lokale bevolking van dichtbij meemakend. In Mota aangekomen stonden Renger en de monteurs klaar om de boel weer in elkaar te schroeven. Ik probeerde weer de lokale jeugd te vermaken en ben zelfs verslagen met ping-pong.

Na enkele uren was het zover; de motor liep, we konden gaan. Met 29 uur achterstand braken wij onze vakantie in Mota af en hervatte wij de rally. In eerste instantie met nog 650 kilometer van de etappe van gisteren; de slechte weg, dwars door hoofdstad Addis Ababa en honderden kilometers tweebaansweg; een fikse uitdaging.

We voelden ons goed en besloten nog 500 kilometer door te rijden naar de Keniaanse grens om aansluiting te vinden bij de rest van het veld. Weliswaar zou het nacht werk worden en is de grens 's nachts gesloten, maar die barriere zouden we 's ochtends vroeg wel nemen en in de auto slapen. Dat slapen werd wat (extreem) kort, maar de douaniers aan beide zijde van de grens waren vroeg op, wisten wat ze moesten doen en toonden efficiëntie. Binnen no-time waren we de grens over en konden we ons in het finish/start-hotel melden, 10 minuten voordat we weer moesten starten voor de zwaarste etappe van de rally; de weg naar Mars.

Wij, de andere deelnemers en de organisatie waren blij verrast dat we weer van de partij waren en het voelde goed om weer netjes op tijd te starten. Ook heb ik genoten van mijn korte vakantie in Mota, natuurlijk was het stressen en waren er veel onzekerheden, maar het was zeer bijzonder om twee dagen als een Ethiopiër te leven. Mota als vakantie bestemming, je zult het op internet niet vinden.

zaterdag 14 januari 2012

De tweede steen

De tweede steen kwam niet door de lucht, maar lag gewoon op de grond en was niet meer te ontwijken. De oude weg tussen Bahir Dar en Addis Ababa is van slechte kwaliteit en vol stenen, koeien, mensen en ezels, die allen ontweken dienen te worden. En soms lukt dat niet.

In eerste instantie leek er niets aan de hand, maar bij de tijdcontrole aangekomen ontstond er al snel een plas olie onder de auto; de carter was lek. Dankzij een Engels sprekende Ethiopiër en wat geleende olie wisten we in een klein dorpje een 'monteur' te vinden en begon het grote avontuur om de auto gerepareerd te krijgen. Driftig doken de monteurs onder grote publieke belangstelling van de plaatselijke bevolking onder de auto. Om de tijd te doden wandelde ik wat rond in het dorp, achtervolgd door vele kinderen en aangestaard door de Ethiopiërs die van heinde en ver de markt kwamen bezoeken; zo'n grote witte vent hadden ze nog niet vaak gezien. Ik werd zelfs uitgelachen.

Na enkele uren sleutelen kwam het beschadigde onderdeel onder de auto vandaan. De schade bleek groter dan verwacht; een gat en een lange scheur. Volgens de Ethiopiërs is alles altijd te maken, maar toen het lassen van aluminium niet lukte moesten ook zij erkennen dat niet altijd alles mogelijk is. Tijd voor plan B en C.

Een nieuw carterdeksel laten invliegen en onze auto in de buurt van het vliegveld krijgen was geen reële optie, niemand was bereid onze auto over deze slechte weg te transporteren (en niemand heeft daarvoor de middelen). Realistischer leek het om met de carterdeksel terug te gaan naar Bahir Dar, in de hoop het daar gelast te krijgen. Een vriendelijke Ethiopiër bood zijn diensten aan; hij had een auto (bleek gewoon de bus te zijn), maar regelde toen een 'snellere' auto (bleek gewoon een vrachtautootje te zijn). Vier-en-een-half uur en een lekke band later was ik terug in Bahir Dar, waar - wonder boven wonder - binnen no time de boel professioneel gelast werd. Ondertussen had Renger in het onmetelijke kleine dorp Mota een hotelletje gevonden en dronk een biertje.

Het lukte me niet meer om in het donker transport terug te regelen. Wel heb ik met mijn 'mannetje' afgesproken om morgenochtend vroeg de bus te nemen, weer vier-en-een-half uur hobbelen en stof happen. Hopelijk krijgen de monteurs de boel dan weer snel in elkaar, waarna wij een poging kunnen gaan doen om de twee dagen achterstand op de rest weg te werken.

Inmiddels heb ook ik (120 km verwijderd van Renger) een hotelletje geboekt en zit ik dit te typen een in internet-café (zonder internet op dit moment in een ander internet-café). Straks een biertje en dan weer vroeg naar bed voor weer een lange dag. Wordt vervolgd!

vrijdag 13 januari 2012

De steen

De gevreesde grensovergang bleek een (relatief) makkie. Zowel aan de Soedanese als aan de Ethiopische kant ging het soepeltjes. De Ethiopische douaniers waren uitgerust met moderne webcams en vingerafdruk-scanners én waren vriendelijk en efficiënt. Het is ook zeker geen rustige grensovergang; vele tankauto's stonden in een eindeloze rij te wachten en vele afrikanen stonden geduldig de rally-rijders te aanschouwen. Toch is deze grensovergang meer dan de grens tussen Soedan en Ethiopië, het is de grens tussen het zanderige en vieze Arabië en het kleurrijke en swingende donker Afrika.

Ethiopië is het symbool van de armoede en de honger in Afrika, maar als land ziet het er niet slecht uit; het vrouwelijk schoon is er gewoon te bewonderen, alcohol is verkrijgbaar en de wegen bestaan uit mooie plakken asfalt. Het landschap is prachtig en divers. Tot aan de grens moesten we menig gat in de weg ontwijken, trilde onze spiegel los en stuiterde de accu in het vooronder. Na de grens was het vakantie voor de wielophanging; prachtig asfalt en overal een vriendelijk onthaal. In de dorpen stonden honderden mensen langs de weg om ons toe te juichen. De 41 miljoen inwoners van Soedan hebben we nauwelijks gezien, de 81 miljoen van Ethiopië waren volop aanwezig. Ik werd spontaan verliefd op Ethiopië.

Tot de steen. Eén Ethiopiër vond het nodig ons te verwelkomen met een welgemikte worp en raakte precies het raam in de achterportier. Een harde knal; ik schrok me rot. Even buiten het dorp zijn we gestopt om het raam te repareren, binnen enkele minuten werden we omringd door een tiental Ethiopiërs, inclusief oom agent. Waar ze vandaan kwamen weet niemand. Oom agent maakte driftig aantekeningen en belde met zijn baas, excuses werden aangeboden namens het gehele Ethiopische volk, maar het leed was natuurlijk al geschied. Na wat plakwerk met duct-tape reden we verder, oom agent met zijn excuses achterlatend. Mijn liefde voor Ethiopië was even bekoeld.

donderdag 12 januari 2012

De nacht van Soedan

De ferry kwam natuurlijk weer later aan dan verwacht, veroorzaakt doordat slechts één motor werkte. Ook de douane had zijn tijd nodig. Zoveel zelfs dat het er een aantal keer op leek dat de rally-rijders gewoon zouden vertrekken. Ik geloof ook dat wij dat uiteindelijk hebben gedaan. Nadat voor de zoveelste keer iemand een poging deed om ons chassis-nummer te checken en iets mompelde dat het 'OK' was, zijn we maar gegaan. Een paar honderd meter verderop nog even met het paspoort gewappert en we waren het hek uit.

De eerste 200 kilometers gingen in het licht. Hier een daar een lemen-hut, veel armoede en vooral veel leegte. Het grote verschil met Saudi Arabië is dat het zand wat roder gekleurd is en er geen hek langs de weg staat. In het begin was de weg prima te berijden, wel veel (extreem) lange vrachtwagens op de weg, die met een slakkegangetje van 30 km/uur voortkropen.

Daarna werd het donker en werd de weg slecht. In plaats van slalommen om de vrachtwagens werd het slalommen om de gaten in de weg. Verder viel er niks te zien, het was tenslotte donker. Nog 500 kilometer door Soedan gereden en niets gezien, behalve gaten in de weg. Gelukkig waren de laatste 100 kilometer weer goed te berijden en was het verkrijgen van benzine nauwelijks een probleem.


Heelhuids en hongerig zijn we in Geradef aangekomen. Morgen weer vroeg op, want er wacht ons weer een grensovergang. Deze grensovergang (tussen Soedan en Ethiopië) wordt het meest gevreesd; normaal gesproken komen hier niet meer dan een paar voertuigen per dag langs. Dat wordt schrikken voor de douane als er 50 rally-paarden opduiken.

De laatste dagen hebben we geen World Cup secties gehad, dus qua klassement is er niets veranderd; we zijn nog steeds derde en met een beetje geluk kunnen we deze plek nog even vasthouden.

woensdag 11 januari 2012

De laatste ferry

Inmiddels zit ik op de laatste ferry van de reis; de boot van Jeddah in Saudi Arabië naar Suakin in Soedan. Een groezelige boot, met bruin water uit de kraan; verkocht aan de organisatie als een luxe boot met alle comfort. Het lijkt erop dat de rally eindelijk écht begonnen is. Geen brede snelwegen meer, geen luxe hotels en comfortabele cruise schepen. Welkom terug in Afrika (Saudi Arabië ligt in Azië)!

Saudi Arabië  is gewoon een zandbak waar mensen in wonen. Of eigenlijk een rotsbak, want echt heel veel zand hebben we niet gezien. Wel wilde dromedarissen. In die zandbak ligt een grote brede plak asfalt en daar hebben wij zo'n 800 kilometer over gereden. Vrouwen schijnen niet te bestaan in het land, af en toe zie je een vormloze zwarte zak, het gerucht gaat dat daar een vrouw onder zit. Ook de vrouwen in de rally moesten zich in zo'n zwart gewaad kleden, al schenen er bij nadere bestudering heel wat verschillende 'modellen' te bestaan.

Het meest opvallend vond ik hoe alle douaniers, militairen en officials hun kleding zo schoon hielden. Of het nou een witte jurk, een kaki-kleurig uniform of zwarte broek met witte bloes is, het is altijd smetteloos schoon. Het schijnt dat ze zich driemaal daags verkleden; iets anders hebben ze ook niet te doen, want van enige efficiëntie is geen sprake. Wederom hebben we vele uren bij grens doorgebracht zonder dat er - ogenschijnlijk - iets gebeurde.

We zijn allemaal wat gespannen; het laatste nieuws (of roddel) is dat we om 13:00 uur aankomen in Suakin. Vervolgens moeten we ons weer door de douane werken, wat normaliter vele uren kost. Hebben we dat allemaal gehad, dan wacht ons een rit van 700 kilometer door Soedan. Volgens de kaart is het een 'main road', maar of dat een brede plak asfalt of een in verval geraakte weg vol met vrachtwagens is, weet niemand. Het zal wel nachtwerk worden en morgen weer vroeg op voor de volgende etappe.

Ook spannend wordt de brandstof voorziening. Volgens het route boek is de eerst volgende pomp op 500 kilometer, maar de vraag is of deze pomp open is (het zal diep in de avond zijn als we daar arriveren) en voldoende brandstof heeft voor alle deelnemers. Ook zijn er wilde geruchten over hoeveelheden water en rommel in de brandstof; we zullen wel zien.

dinsdag 10 januari 2012

De overeenkomsten en verschillen

Vandaag leek sterk op afgelopen zondag. Slecht (en kort) geslapen op de boot; zondag vanwege maag en golven, vanacht vanwege geen bed. Daarna de douane festiviteiten. Ook dat leek sterk op de situatie in Egypte; veel kastje en veel muur. Veel wachten en niemand weet precies waarom. Ook ditmaal grote hoeveelheden officials, maar wel met nettere uniformen.

Uiteindelijk mochten we gaan, maar bij de eerste-de-beste politie-post werden we alweer langs de kant gezet. Er was ons toegezegd dat er geen colonne zou komen (werkt toch niet), maar de Saudische politie deed toch een dappere poging. Dat werkte voor enkele seconden en toe werden ze links en rechts ingehaald door de rallyrijders. De politie bleef wel in de buurt; toen wij even stopte om een klapperend geluid te onderzoeken (bleek een loszittende spatlap) stonden er binnen twee minuten twee politie-auto's bij ons.

Ten opzichte van Egypte is alles 'netter' in Saudi Arabië; de auto's, het weggedrag, minder puin langs de weg en eigenlijk helemaal geen vuil. Geen eindeloze reeksen half-afgemaakte gebouwen en keurig geknipte hegjes. Iedere rotonde (we hebben er maar een paar gezien) is voorzien van een kunstwerk. Hetzelfde zijn de checkpoints met 'speed bumps', maar gelukkig zijn ze in Saudi geel geverfd; dan zie je ze tenminste. Ook geen verkeerschaos in Saudi, waarschijnlijk omdat het land voornamelijk leeg is en er wel voldoende geld is voor brede wegen.

Voor de rest was het vandaag saai. We hebben één weg gereden; de kustweg van Duba naar Yanbu, een brede vierbaanssnelweg met goede kwaliteit asfalt en nauwelijks verkeer. Wel vijfhonderd kilometer afgelegd en langzaam het landschap zien veranderen van leeg en rotsachtig naar leeg en rotsachtig, maar met iets meer zand. O ja, af en toe stak er een dromedaris over.

De grootste opwinding ontstond toen we bij het hotel ontdekte dat we een vloeistof bleken te lekken. In eerste instantie dachten we aan een brandstof-lek, maar al gauw realiseerden we dat het het water van de airconditioning (we reizen in luxe met onze klassieker) was. Niks aan de hand dus.

Morgen nog vierhonderd kilometer over dezelfde weg naar Jeddah en dan met de laatste ferry van onze reis terug naar Afrika.

maandag 9 januari 2012

De herhaling

Vandaag leek wel een herhaling van enkele dagen geleden in Griekenland, toen zat iedereen vast in de modder, nu zat iedereen vast in het mulle zand. Behalve wij (net als toen); wij kwamen er doorheen. Het is ongelooflijk (je kunt het ook stuurmanskunst en goed navigeren noemen), maar er waren slechts vier auto's op tijd; een grote 4x4, de Subaru (ook 4x4), de lichtgewicht Porsche met de super-ervaren Dakar chauffeur en wij. De rest, inclusief wonderboy Owen en de girls, zaten vast in het zand. Wel hebben we wat tijd verloren op de toppers, zeker in de tweede test, maar - by far - niet zoveel als de mensen die vast kwamen te zitten. Sommige zeggen zelfs dat we de derde plek hebben veroverd; hoe is het mogelijk met een directie-auto!

We hebben het (en de verjaardag van Renger) uitgebreidt gevierd met de Vlamingen op de pakeerplaats, die toverde de meest geweldige lekkernijen uit de achterklep van hun Toyota Landcruiser; crackers met tonijn, foie-grass, salami, verse beenham, champagne en bier (de drank moest op, want het mag Saudi-Arabië niet in). Ondertussen hebben we de papierwinkel afgehandeld met de Egyptische douaniers, die wederom motornummers en chassis-nummers moesten controleren. Wederom op zijn Egyptisch, veel gedoe en weinig resultaat. Alleen het overschrijven van het motornummer is al een evenement, want ze zijn niet gewend om ons schrift te schrijven. Daarna moet nog tot driemaal toe een 'baas' de papier goedkeuren, maar uiteindelijk (ondertussen genietend van de Vlaamse lekkernijen) kwam het goed.

Nu hebben we enkele uren rust in een resort aan de Rode Zee en vanavond laat pakken we de ferry naar Saudi-Arabië, al zijn er wat geruchten dat de ferry niet vaart en dat we tot morgen moeten wachten. Nou ja, we zien wel. Straks lekker dineren en nog meer feestelijkheden ter gelegenheid van Rengers verjaardag. Vanochtend het fotoboek overhandigd, dat was een groot succes.

Ik ben blij dat we Egypte gaan verlaten, wat een chaotisch land. Vanochtend, tijdens de pauze, zagen we vlak voor onze neus een typisch Egyptisch ongeluk; een auto die veel te snel reed, moest uitwijken voor een geparkeerde vrachtauto en knalde op een personenauto. Veel schade, gelukkig geen persoonlijke ongelukken, maar ik moest er wel even van slikken; ik zag het gebeuren. Toch is het niet verwonderlijk als je ziet hoe de Egyptenaren zich in het verkeer gedragen, al vrees ik dat we dergelijk gedrag nog meer zullen zien in Afrika.


zondag 8 januari 2012

De aankomst in Afrika

Na twee nachten en een dag op een boot die alle kanten op schommelde was het tijd voor vaste grond onder de voeten. Normaal word ik nooit zeeziek, maar de zee was echt ruig en ik rolde bijna uit mijn kooi. Dit keer liet mijn hoofd en maag me niet geheel met rust.

Voordat ik voor het eerst van mijn leven voet op Afrikaanse grond kon zetten moesten we ons door de douane werken. Maar liefst 10 mannen kwamen aan boord van de ferry om alle paspoorten te bekijken en te bestempelen. O ja, we moesten ook nog even 15 dollar afrekenen voor het visum. Daarna mochten we de auto van de boot rijden en begon het grote wachten.

Uren hebben we op de kade gestaan; dan moesten we weer een papier invullen of kwam er weer iemand met een spiegel onder de auto gluren. Er kwam zelfs een mannetje met een hamer op onze auto slaan (om het motornummer in het spruitstuk te slaan - totaal onzinnig). Ik geloof ook dat de gehele Egyptische politiemacht bij ons op de kade stond. Zwaar bewapend, maar wel vriendelijk. Uiteindelijk was het wachten op de Egyptische nummerplaten, die nooit kwamen. Dus na vijf uur vertrokken we, zonder Egyptische nummerplaten.

Door het hek van de haven sta je direct in het centrum van Alexandrië en daar barst de chaos los; auto's voor, achter en links, rechts een ezel, gaten onder je en vuil en rommel om je heen. We trokken natuurlijk veel aandacht en iedere politieman gebaarde om door te rijden, ook als er geen ruimte was.

Al snel belandde we op de snelweg en in principe rijdt men in Egypte aan de rechterzijde van de weg (zoals bij ons), maar men heeft een geheel eigen invulling gegeven aan het begrip 'rechterzijde'. Ook achteruit rijden, parkeren, plassen, lopend oversteken en sinaasappelen verkopen zijn gebruikelijke bezigheden op de snelweg. Gelukkig wisten we ons snel aan te passen aan de Egyptische manier van rijden; het verkopen van sinaasappelen hebben we achterwege gelaten.

In het donker (door het lange wachten in de haven) kwamen we aan in Cairo en daar was de chaos nog een slagje erger. Nog meer getoeter, nog meer bijna aanrijdingen en nog meer auto's naast elkaar. Gelukkig kwam er na Cairo een volledige lege driebaans snelweg en vlogen de laatste 150 kilometer voorbij. Nu lekker slapen en morgen door het zand crossen. Ook hebben we een feestje; Renger is jarig en wordt 71 (het is eigenlijk nog een jongen volgens Peter Rushforth - zelf 72).

zaterdag 7 januari 2012

De Akropolis rally

Vandaag serieus rally gereden. Bijna geen snelweg gezien en dat is wel effe anders dan dat we in Frankrijk en Italië hebben meegemaakt. Zes World Cup secties stonden er op het programma. Regen stond niet op het programma, maar was wel volop aanwezig en regen maakt gravel modderig. De eerste World Cup sectie was vooral door de modder ploeteren, wat ons lukte, al ging het soms maar met 2 kilometer per uur. De meeste deelnemers na ons lukte het niet en al snel ontstonden er files van vastgelopen deelnemers. De proef werd uiteindelijk ge-annuleerd (hoorden we later).

De tweede World Cup sectie ging over asfalt en had dertien verradelijke haarspeldbochten en bood geen ruimte voor fouten want de afgronden waren diep. De verbazing en blijdschap waren groot toen bij de finish bleek dat we de eerste waren die sneller waren dan de ideale tijd (slechts 1 seconden, maar toch). Hadden we mooi wonderboy Owen en de supercomputer van de Subaru verslagen. 

World Cup secties drie tot en met zes waren op gravel, maar gelukkig geen modderpoel zoals de eerste test. Wel veel gemene kuilen en verradelijke 'gulleys'. We vonden het halen van de ferry naar Egypte belangrijker dan het behalen van een snelle tijd, dus we hebben enigszins op safe gespeeld. Wel lekker driften met onze directie-auto en niet teveel tijd verloren. Helaas wel net teveel; de 'girls' zijn ons weer voorbij. Overigs waren de verbindingssecties het gevaarlijkst, met name de haarspelden na Delphi waren (door olie?) spekglad, dat heeft één van de Datsuns (letterlijk) de kop gekost. Ik heb de foto's gezien en dat viel niet meer te repareren, zeker niet voordat de ferry - de enige mogelijkheid om in Egypte te komen - vertrekt.

Ook wij hadden problemen, bij bepaalde snelheden begon de auto hevig te trillen. Even dacht ik dat Renger massage stoelen had gemonteerd, maar dit was teveel van het goede. Snel werd het euvel gelokaliseerd; een onbalans in de wielen, veroorzaakt door enkele kilo's vastgekoekte modder. Tijdens de lunchpauze hadden we net genoeg tijd om alle wielen één voor één te verwijderen en schoon te maken. Probleem opgelost.

In Piraeus aangekomen moest het nodige papierwerk verricht worden alvorens we de auto op de - speciaal voor ons gehuurde - ferry konden rijden. Dat ging natuurlijk op zijn Grieks, waarbij kastje en muur een rol speelden. Ook moesten er chassis- en motor-nummers gechecked en papieren van stempels voorzien worden. Na een ritueel waarbij de auto's in een voor ons onbegrijpelijke volgorde aan boord mochten, was er twijfel of we überhaupt wel zouden gaan; er is een storm op de Middellandse zee.

Inmiddels is duidelijk dat we wel gaan; we varen. En dat er een storm is, is wel duidelijk, het schip gaat heftig heen en weer. Dankzij de storm en de gratis drank is het lopen door de gangen zonder je evenwicht te verliezen aardig lastig geworden; tijd om naar bed te gaan. Omdat deze boot speciaal voor de rally is gehuurd hebben me (met zo'n honderd deelnemers) ruimte zat. Ik heb een vierpersoonskamer voor mezelf en er is personeel in overvloed. Ook heeft de organisatie een prima deal gesloten, al het eten en drinken(!) is gratis. Alleen voor de internet verbinding moet betaald worden. Nou ja, je kan niet alles hebben.

Zondagochtend arriveren we in Alexandrie (Egypte) en blijkbaar kent de organisatie de Egyptische douane, want voor zondag zijn er wel passeercontroles, maar geen tijdcontroles gepland. Het serieuze werk gaat maandag weer van start, met drie World Cup secties dwars door de woestijn, puur op GPS. Ik heb er zin in!

donderdag 5 januari 2012

De sneeuw

Wie aan Griekenland denkt, denkt aan zon en lekkere temperaturen. Vanochtend kwamen we van de boot af en het begon direct met regen. En de regen werd sneeuw. Geen verse sneeuw, maar grote hoeveelheden sneeuw aan de kant van de weg. De weg zelf was gelukkig schoon. Geen Griekenland van zon, zee en vakantie, maar het Griekenland van armoede, sneeuw en kou.

Na de nodige verplaatsingskilometers (tegen twee Euro tol - geen wonder dat dat land failliet is) en een bergbeklimming tussen twee wallen sneeuw kwamen we aan bij de start van de eerste World Cup sectie van de dag. De weg was redelijk schoon, maar wel hier en daar een andere auto op de weg. De hoge wallen met sneeuw maakte passeren lastig. Ook een man te paard was minder enthousiast over de aanwezigheid van zo'n 50 rallypaarden die elkaar beconcurreerden op de World Cup sectie. Wij hadden gelukkig wel pret.

Gedurende de dag zagen we langzaam het Griekenland uit de folders te voorschijn komen, de witte huisjes, de zon en de warmte (nou ja, relatief; het is en blijft winter, ook in Griekenland). Ook het Griekenland van de Akropolis-rally kwam tevoorschijn: de gravelwegen.

Een tweede World Cup sectie werd verreden op gravel en daar maakten we allemaal (ja, echt allemaal) dezelfde navigatie fout. Op 3000 meter een weg rechts laten is niet op 2900 meter een weg rechts laten; en dus vlogen we een steil pad omhoog in. Renger twijfelde even, maar de verse sporen (van onze voorgangers die dezelfde fout maakten) deed ons toch het pad in gaan. De GPS toonde al snel aan dat we fout zaten, dus keren en de andere ontwijken (die stug door bleven gaan). Een goede keuze om terug te gaan, weliswaar liepen we de nodige tijdstraf op, maar we hebben in ieder geval de tijdcontrole niet gemist.

Ik baalde er wel van, ik had tenslotte aan de afstand kunnen zien dat het niet de juiste weg was. Het hielp wel dat iedereen dezelfde fout maakte. Wie weet doen we er nog goede zaken mee want de girls zijn niet gekeerd en hebben - vermoedelijk - de tijdcontrole wel gemist.

Inmiddels zitten we in een wellness resort in Kamena Vourla, met een prachtig uitzicht en een lekkere ruime kamer. Nu op zoek naar een internet-verbinding en een camera voor een foto van het uitzicht. Morgen nog meer Akropolis-rally en met de boot naar Afrika.

woensdag 4 januari 2012

De (eerste) rust

Vanochtend vroeg opgestaan, om 4:45 ging de wekker. Na een snel en kort ontbijtje zijn we op pad gegaan, om ons om 08:05 bij de eerste tijdcontrole (160 kilometer verderop) te melden. Waarna ons wederom een leuke World Cup rally sectie te wachten stond; 10 kilometer onverharde weg. Gelukkig geen mist, zoals in de rest van de Italie. Wel weer veel bochten en haarspelden. Ook veel afgronden en hier en daar goed glad door de modder, maar met slechts twee minuten tijdstraf hebben we het niet echt slecht gedaan.

Daarna op weg naar de ferry van Italie naar Griekenland. Het is nu lunchtijd en ik zit in mijn hut dit verhaaltje te typen. Straks op zoek naar een werkende internet verbinden om te zien of ik het ook op internet kan krijgen. Morgenochtend vroeg komen we in Griekenland aan en barst de Akropolis-rally los. Nu een hele middag en avond rust; beetje eten, beetje kletsen, een biertje en weer vroeg naar bed. De reis naar Kaapstad is nog lang.

De grootste problemen die we tot nu tot hebben gehad is het gebrek aan laders. Geen passende lader voor onze telefoons (inmiddels opgelost) en ook geen lader voor het fototoestel. Vermoedelijk zullen we nog wel grotere problemen krijgen. De auto heeft nog geen enkel probleem gegeven, alleen wat stinkende remmen na een World Cup rally sectie en een beetje olie bijgevuld. Ook is wel duidelijk dat we Hollanders zijn, want de gemiddelde Engelsman ligt bij iedere stop onder zijn auto te sleutelen. Waarom is mij vaak onduidelijk, maar dat schijnt bij het Engelsmanschap te horen.

Schrik niet als we straks van de 'radar' verdwijnen; onze Yellow Brick (GPS tracking device) zit nog in de auto, maar ik vermoed dat hij geen verbinden kan maken vanuit de 'buik' van het schip. We komen in Griekenland wel weer boven water.

dinsdag 3 januari 2012

De WRC

De London to Cape Town World Cup Rally heet deze rally officieel, maar volgens mij is daar een fout ingeslopen; het is gewoon een rally uit de World Rally Cup. De rallies waarin rijders als Sebatien Loeb en Collin McRae groot zijn geworden. Natuurlijk het zijn vooralsnog voornamelijk verplaatsingsetappes, maar wat daar tussen zit is serieus rally werk.

Ook vandaag weer een World Cup Rally sectie van 50 km, waar alles uit de kast moest om enigszins in de buurt van de ideale tijden te komen; wat natuurlijk niet lukt (het lukte niemand, op een na), maar het scheelde weinig.

Omdat we 5de staan zitten we tussen de lichtgewicht MGtjes met echte rally banden, een Subaru Impreza WRX-STi (met een computer die duizend keer per seconde uitrekent hoe alle differentieels zich moeten gedragen) en volledig rally geprepareerde Datsun 240Zs. En wij hebben een directeuren-auto uit de jaren 80.

Dat hele Cape Town gedoe is gewoon een smoes om ons allerlei World Cup Rallies te laten rijden. GEWELDIG! Het zal in Afrika wel veranderen; dan wordt het minder WRC en meer Endurance. Maar eerst nog de Akropolis rally in Griekenland. Laat maar komen!

maandag 2 januari 2012

De eerste dagen

Dat was fun; een klein rallietje in het zuiden van Engeland. Hoge snelheden en veel modder. Renger moest even wennen aan de auto, maar al snel begon het te lopen. De tijden waren niet te halen, maar daar heeft iedereen last van en daardoor moest de snelheid lekker omhoog. We zijn niet tot het uiterste gegaan, het gaat nu nog om minuten en seconden, maar uiteindelijk zal het om uren of zelfs dagen gaan. We hebben op safe gespeeld, je wilt niet - zoals de Triumph 2500TC - er al in Engeland uitliggen.

Wel was het veel wachten: wachten bij de start, wachten bij de tijdcontroles, wachten bij de ferry. Blijkbaar moest er nog wat tijd opgevuld worden tussen de start en het tijdstip van de ferry (midden in de nacht, lekker goedkoop). Op de boot een uurtje geslapen, dat leek even genoeg, maar als snel bleek dat tijdens de eerste twee uur snelweg door Frankrijk mijn ogen dicht begonnen te vallen. Een modderig proefje met een 'slippery downhill section' zoals dat in het Engels heet, maakte veel goed.

Daarna honderden kilometers over de peage door Frankrijk op weg naar Beaune; een unieke ervaring met Renger als navigator en ik achter het stuur. Muziekje erbij en lekker toeren met cruise-control (onze 'klassieker' heeft electrische ramen, airco, cruise-control en iPod). Zo, en nu wat slaap inhalen!

Ah, voor ik het vergeet; we hebben een Yellow-Brick aan boord, een GPS tracking device. Dit apparaatje geeft elk uur onze positie door. Op de website van de organisatie kun je een kaart vinden waarop aangegeven waar we zijn!
 

De start

Zo, eindelijk. Na twee jaar voorbereiding en anderhalve dag rondhangen op het Brooklands museum voor de technische keuring, de document controle en de briefing, staan we eindelijk aan de start. De auto's staan op de parkeerplaats van het House of Lords in startnummer volgorde en de buik is volgegeten in de Red Lions club. Nog een uur en we gaan - eindelijk - van start.

Niets gemerkt van oud-en-nieuw, lekker vroeg naar bed en door alles heen geslapen. Wel een beetje gek, ik heb geen enkel besef dat het 1 januari 2012 is. En blijkbaar ben ik niet de enige rallyrijden die dat heeft; niemand doet enige moeite om elkaar gelukkig nieuwjaar te wensen, we hebben wel wat beters te doen. Een gelukkige reis naar Kaapstad bijvoorbeeld.

Echt gespannen ben ik niet meer. Ik heb de route-boeken gezien, ik heb de uitleg begrepen en ben ervaren genoeg om alle soorten route-opdrachten snel te begrijpen. Wel leuk om de paniek in de ogen van de beginnende navigatoren te zien toen het tijdregistratie-systeem wat onhandig werd uitgelegd.

Vanavond lekker een klein rallietje rijden in Kent; een tweetal rally-proeven op afgesloten wegen en een kaartleestraject. Niks ingewikkelds, hooguit wat seconden winnen of verliezen (maar de weg naar Kaapstad is nog lang). Wel leuk! Vervolgens met de ferry naar Frankrijk, een klein proefje in Noord-Frankrijk en dan kilometers vreten op weg naar Beaune. Vanacht geen slaap, maar dat moeten we in Beaune maar weer inhalen.